Basilius

Basilius (328 – 379) was vanaf het jaar 370 tot aan zijn dood bisschop van Caesarea. Voordat hij bisschop werd leide hij een ascetisch leven, op basis hiervan stelde hij leefregels op. Als bisschop staat hij bekend als vurig bestrijder van de Arianen, en liefhebber en verzorger van de armen. Samen met zijn broer Gregorius van Nyssa en zijn beste vriend Gregorius van Nazianze vormt hij de Cappadocische vaders.

Basilius werd rond het jaar 328 geboren in Caesarea, in een welgestelde Christelijke familie van advocaten en redenaars (de belangrijkste taak van een advocaat was toen het voordragen van een rede). Zijn grootmoeder Macrina had onderwijs gevolgd bij Gregorius Thaumaturgus, en bracht dit over op haar familie. Basilius had acht broers of zussen, van wie zijn broers Gregorius van Nyssa en Petrus van Sebaste en zijn zus Macrina het bekendst zijn.

In zijn jeugd onderwees zijn vader, Basilius de oude, hem in de beginselen van de retorica, verder volgde hij onderwijs aan de plaatselijke scholen. Na de dood van zijn vader vertrok hij naar Constantinopel om onderwijs te volgen bij de beroemde redenaar Libanius. Nadat hij daar een aantal jaar gestudeerd had vervolgde hij zijn studie in Athene, waar toen één van de beroemdste scholen ter wereld stond. In Athene ontmoette hij Gregorius van Nazianze, met wie hij de rest van zijn leven een zeer nauwe vriendschap onderhield. Daarnaast had hij daar de latere keizer Julianus (de afvallige) als medestudent.

Rond 355 keerde hij terug naar Caesarea. Hij doceerde daar korte tijd retorica en beoefende de advocatuur. Zijn zus Macrina had zich ondertussen samen met zijn moeder teruggetrokken in de stilte op het familielandgoed. Vermoedelijk was zij het ook die Basilius stimuleerde om zich terug te trekken uit de wereld, en om zich te laten dopen. Basilius knoopte nauwe banden aan met de asceet Eustathius, met wie hij verschillende kloosters bezocht in Egypte, Palestina en Syrië. Bij zijn terugkeer, in 358, deed hij afstand van de wereld, en vestigde hij zich als kluizenaar op het familielandgoed, om daar een ascetisch leven te leiden met zijn broers Petrus en Naucratius. In die tijd stelde hij ook zijn leefregels voor monniken op. Tevens nodigde hij zijn vriend Gregorius van Nazianze uit om zich bij hem te vestigen, maar die had, hoewel hij hem wel bezocht, andere plannen.

In het jaar 362 verliet Basilius de eenzaamheid om bisschop Dianius van Caesarea te helpen, die kort daarop stierf. Door diens opvolger, Eusebius, werd Basilius tot priester gewijd. Gedurende korte tijd hadden Basilius en Eusebius onenigheid, mogelijk vanwege een twist in de gemeente, die resulteerde in een scheuring. Basilius vroeg hierbij advies aan Gregorius van Nazianze, en besloot zich daarop terug te trekken in zijn kluizenaarswoning.

Sinds het aantreden van keizer Valens, in 364, die de Arianen begunstigde, werden de orthodoxe Christenen (die vasthielden aan de geloofsbelijdenis van Nicea) vervolgd. Hierom besloot Basilius in het jaar 365 terug te keren om de bisschop en de geestelijkheid te ondersteunen. Hierbij ondersteunde hij de bisschop niet alleen theologisch, maar hij had ook oog voor de armen. Toen er in het jaar 368 hongersnood heerste en hij juist de erfenis van zijn overleden moeder had ontvangen, besloot hij dit geld te besteden aan voedsel voor alle armen, ongeacht hun religie.

In het jaar 370 stierf bisschop Eusebius, en daarop werd Basilius verkozen als diens opvolger. Deze verkiezing vond plaats op een vergadering, waarbij advies gevraagd werd aan de geestelijkheid en aan voorname personen.  Omdat Basilius een vurige verdediger was van de belijdenis van Nicea, en er toen veel Arianen aanwezig waren, werd hij met een minimale meerderheid van stemmen verkozen, mede ook dankzij de komst van Gregorius de oude, de vader van Gregorius van Nazianze.

In 371 besloot keizer Valens de provincie Cappadocië op te splitsen, en stelde hij een tweede aartsbisschop, Anthimus, aan in de stad Tyana. Hoewel het erop lijkt dat Anthimus orthodox was, werd hij gesteund door de Ariaanse bisschoppen, die zich niet aan hun vurige bestrijder Basilius wilden onderwerpen. Basilius, die niet akkoord ging met deze splitsing, richtte een bisschopszetel op in Nyssa, waar hij zijn jongere broer Gregorius van Nyssa aanstelde, om de balans te bewaren tussen orthodoxe en Ariaanse bisschoppen. In 372 deed hij hetzelfde met de plaats Sassime, waar hij Gregorius van Nazianze als bisschop benoemde. Deze nam dat tegen zijn zin aan, alleen vanwege zijn vriendschap met Basilius. Hij werd echter door aanhangers van bisschop Anthimus verhinderd zich te vestigen in Sassime. Hierop ontstond onenigheid tussen Basilius en Gregorius, die echter al snel daarna bijgelegd werd.

Enige tijd later stuurde keizer Valens de prefect Modestus om een overeenkomst te treffen tussen Basilius en de Arianen. Gregorius van Nazianze schrijft hierover dat de prefect er bij Basilius op aandrong om tot een schikking te komen met de Arianen,  anders zou hij te maken krijgen met inbeslagname van zijn bezittingen, verbanning, marteling en de dood. Basilius antwoordde: “Niets anders? Niets hiervan is op mij van toepassing. Iemand die niets bezit, kan zijn goederen niet in beslag laten nemen, tenzij u mijn gescheurde kleren en de weinige boeken die ik bezit, opeist. Ik weet niets van ballingschap, want ik ben overal thuis op Gods wijde aarde. Marteling kan mij geen kwaad doen, want ik ben zo ziek dat ik snel zou sterven. Maar de dood is welkom voor mij, want zij brengt mij sneller bij God.” Het daarop volgende jaar kwam keizer Valens zelf naar Caesarea, bezocht de kerk en was zeer onder de indruk van Basilius, hij verzekerde hem dat hij hem niet in ballingschap zou sturen.

Zoals eerder geschreven was Basilius niet alleen een vurig bestrijder van de Arianen, maar was hij ook zeer begaan met de armen. Hij bouwde een kleine stad om hen te ondersteunen en te huisvesten. In het centrum hiervan stond een kerk, die omringd was door een ouderenhuis, een ziekenhuis, logies voor reizigers en pelgrims,  een verblijf voor de geestelijken en scholen voor de wezen van de stad, alles gefinancieërd door de kerk. Dit geheel werd ‘Basiliade’ genoemd, tot eer van haar grondlegger.

Niet lang daarna, op 1 januari 379, stierf Basilius.

Klik hier voor alle berichten van of over Basilius.