In deze brief aan paus Damasus beantwoordt Hieronymus de vraag die hij gesteld had over de betekenis van het woord ‘hosanna’. Hieronymus gaat eerst in op de verklaring die door anderen is gegeven, en geeft daarna zijn eigen verklaring aan de hand van de Hebreeuwse woorden.
1. Velen hebben hun inbeelding hierover de vrije loop gelaten, en onder dit getal drukt onze Hilarius zich als volgt uit in zijn commentaren op de heilige Mattheüs, hoofdstuk 21 vers 3: Hosanna, betekent in de Hebreeuwse taal: verlossing van het huis van David. Allereerst: verlossing wordt in het Hebreeuws uitgedrukt als ‘PHEDUTH’, vervolgens: huis wordt uitgedrukt als ‘BETH’. Wat de naam ‘David’ betreft, het is voor allen duidelijk dat die daar niet staat. Anderen hebben gedacht dat hosanna ‘heerlijkheid’ betekent. Welnu, heerlijkheid wordt uitgedrukt als ‘CHABOD’. Nog anderen: ‘genade’, hoewel genade uitgedrukt wordt als ‘TODA’ of ‘ANNA.
2. Wij moeten onze toevlucht nemen tot de Hebreeuwse bron. Resteert dus dat wij, de denkbeeldige etymologie ter zijde leggen, en opklimmen tot de bron zelf waaruit de Evangelisten geput hebben. Net zoals wij in de Griekse of Latijnse exemplaren deze tekst niet vinden: voor de vervulling van datgene wat gezegd is door de profeten: Hij zal Nazarener genoemd worden, Matt. 2:23, en evenmin deze: Ik heb Mijn Zoon uit Egypte geroepen, Matt. 2:15, net zo moeten wij hier aan de Hebreeën de ware reden vragen waarom het volk, en voornamelijk de menigte kinderen, dit woord met zo’n wonderlijk akkoord liet weerklinken, volgens de getuigenis van Mattheüs: de menigten die voorafgingen en die volgden, riepen samen uit: hosanna, voor de zoon van David, gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere. Hosanna in de hemelse hoogten, Matt. 21:2. Markus drukt zich in deze woorden uit: zij riepen, zeggende: hosanna, gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere. Gezegend het koninkrijk van David, onze vader, die komt in de naam van de Heere. Hosanna in de hemelse hoogten, Mark. 11:9. Johannes stemt overeen met de voorgaanden: zij riepen: hosanna, gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere, de koning van Israël, Joh. 12:14. Lukas is de enige die het woord ‘hosanna’ niet invoegt, hoewel hij verder wel met hen overeenkomt: gezegend zij de koning die komt in de naam van de Heere, vrede in de hemelen en heerlijkheid in het hoogste van de hemelen, Luk. 19:38. Dus, zoals wij zojuist gezegd hebben dat de Hebreeuwse woorden bewaard moeten worden, moeten wij nu de mening van alle verklaarders bediscussiëren, opdat de lezer zelf, na een nauwkeurig onderzoek, met minder moeite een duidelijk oordeel kan vellen over deze kwestie.
3. In de 118e psalm, waar wij lezen: o Heere, behoud mij, o Heere triomfeer in Uw voornemens; gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere, Psalm 118:25, daar staat in het Hebreeuws wat volgt: ANNA ADONAI, OSIANNA, ANNA, ADONAI ASLIANNA; BARUCH ABBA BASEM ADONAI. Aquila, Symmachus, Theodotion en de vijfde editie (om niets te lijken veranderen bij het overgaan op het Latijn) geven deze passage als volgt weer: ὦ δὴ Κύριε σωσον δὴ, ὦ δὴ Κυριε εὐοδιωσον δη , ευλογημένος ο ερχόμενος εν ονόματι Κυριον. Alleen de zesde editie komt overeen met de zeventig, door alleen ὦ te schrijven, waar de anderen ὦ δὴ schrijven. Verder, zoals het woord OSIANNA, waarvan wij door een fout en door onwetendheid OSANNA gemaakt hebben, weergegeven wordt door: behoud, geef de zaligheid, wordt het bewaard in alle versies. Het is nu van belang te onderzoeken wat het woord ANNA betekent, los van het idee van behouden. Merk op dat dit woord driemaal herhaald wordt in deze tekst, en dat het de eerste en de tweede keer geschreven wordt met dezelfde letters: aleph, nun, he, terwijl het de derde keer geschreven wordt met: he, nun he. In de vertaling van de 118e psalm wijkt Symmachus geenszins af van de andere vertalers, maar in die van de 116e, waar gezegd wordt: o Heere, verlos mijn ziel, Psalm 116:4, vertaalt hij als volgt: ik bezweer u, Heere, verlos mijn ziel. Dit zijn de verschillende uitdrukkingen: ὦ van de zeventig, bij Symmachus ik smeek, en in de andere versies weergegeven door ὦ δὴ, die het Hebreeuwse woord ANNA vertalen, wat begint met een aleph en niet met een he. En wij hebben daardoor zelf opgemerkt dat het vanwege deze verandering van letter is, dat het woord ANNA betekent: ik bezweer u. Als het begint met een he, dan is het een voegwoord of wel een tussenvoegsel, wat de Grieken vertalen door δὴ, zoals men hier ziet σωσον δὴ, waar het Latijn geen woord voor heeft.
4. Maar, zoals deze nauwkeurige waarnemingen, deze discussie over onbekende woorden niet mag ontbreken, zouden zij door de onbekendheid van de taal en de karakters de lezer kunnen vermoeien, en daarom kom ik nu tot de algemene uitleg, om vast te stellen dat de geciteerde uitdrukkingen ontleend zijn aan de 118e Psalm, die een duidelijke profetie bevat aangaande de Christus, en die men vaak las in de synagogen, waardoor hij zeer bekend was bij het Joodse volk. Deze afstammeling van David, die zich daar aangekondigd vindt, is werkelijk gekomen om Israël zalig te maken, naar het getuigenis van David zelf: de Steen, die zij verworpen hebben uit hun constructie, is de hoeksteen geworden. Dit is gedaan door de Heere. Het is wonderlijk voor onze ogen. Ziehier de dag die de Heere gemaakt heeft, laten wij ons verheugen en opspringen op deze dag. O Heere, behoud mij, o Heere, triomfeer in Uw voornemens. Gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere. Wij hebben U gezegend uit het huis van de Heere. De Heere is onze God, Hij heeft over ons geschenen, Psalm 118:22 – 27. Ook de tekst van het Evangelie meldt dat de Farizeeën en de Schriftgeleerden, door verontwaardiging vervoerd, omdat het volk duidelijk begreep dat de profetie die in deze Psalm besloten lag in de Christus vervuld zou worden, en omdat de kinderen riepen: hosanna, voor de Zoon van David, tot Hem zeiden: hoort gij hoe deze mensen spreken, en dat Jezus hun antwoordde: hebt gij nooit gelezen: door de mond van kinderen, van diegenen die nog aan de borst zijn, hebt Gij de lofzang vervuld, Matt. 21:16. De 118e Psalm wordt zo bevestigd door de 8e. Alle Evangelisten stemmen één over dit deel van de tekst, wat eenvoudig als volgt weergegeven kan worden: gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere. Wat het woord ‘HOSIANNA’ betreft, aangezien men dat niet in het Grieks kon vertalen, net zo min als de woorden ‘HALLELUJA, ‘AMEN’ en veel andere, hebben zij eenvoudig het Hebreeuwse woord opgeschreven. Ook Lukas, die van alle Evangelisten de Griekse taal het best beheerste, als de dokter die zijn Evangelie tot de Grieken richtte, zag dat het onmogelijk was de juiste betekenis van een dergelijk woord te vertalen, en heeft het beter geoordeeld hier stilzwijgend aan voorbij te gaan, om geen moeilijkheid op te werpen voor de lezer.
5. Samengevat: net zoals wij in het Latijn bepaalde tussenwerpsels hebben, zoals ‘vah’ om de minachting uit te drukken, ‘papoe’ voor de bewondering, ‘heu’ voor de smart, en om stilte op te leggen een soort van gesis, wat wij veroorzaken door met de tong tegen de tanden te drukken, net zo hebben de Hebreeën ook een tussenwerpsel, en als het bijvoorbeeld over bidden gaat, dan hebben zij een woord wat het verlangen weergeeft waardoor het gebed bezield moet zijn, daarom: ANNA Heere, wat de zeventig eenvoudig vertaald hebben als: o Heere. ‘OSI’ betekent dus: behoud, en het tweede deel van het woord is niets anders dan een tussenwerpsel, ingevoegd door een man die bidt. Door deze twee helften samen te voegen, hebt u het samengestelde woord OSIANNA, ofwel zoals wij het uitspreken: HOSANNA, door één klinker weg te laten, zoals wij de gewoonte hebben dat te doen als wij Latijnse verzen scanderen. In dit vers van Vergilius: mene incepto desistere victam, lezen wij: men’incoepto, etc. De aleph, de eerste letter van het tweede woord, laat de aïn verdwijnen, de laatste letter van het eerste woord. Zoals wij dan, om tot de voorgestelde vraag terug te keren, in het Latijn lezen: o Heere, behoud me, o Heere, houd voor aangenaam, gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere, daar kunnen wij lezen, als wij de Hebreeuwse tekst benaderen: genade, Heere, behoud mij; genade, Heere, triomfeer in Uw voornemens; gezegend zij diegene die komt in de naam van de Heere. In plaats van deze ‘mij’ moeten wij het volk van Israël verstaan, of zelfs in het algemeen de wereld. Tot slot: Mattheüs, wiens Evangelie geschreven is in Hebreeuwse letters, drukt zich als volgt uit: OSANNA BARRAMA, wat wil zeggen: hosanna in de hemelse hoogten. Bij de geboorte van de Heere, is de zaligheid inderdaad doorgedrongen in de hemelen, en heeft zich verheven tot in deze superieure regionen, waar de vrede niet alleen gemaakt werd op de aarde, maar ook in de hemel, opdat het niet meer mogelijk zou zijn te zeggen: Mijn zwaard is dronken geworden in de hemel, Jes. 34:5.
6. Ziedaar de korte en snelle observaties die ik heb kunnen dicteren naar de zwakke maat van mijn intelligentie. Uwe gelukzaligheid, moet verder weten dat men de verveling niet mag laten insluipen bij dergelijke discussies. Wijzelf zouden ons eenvoudig ergens in kunnen vergissen, en het woord kunnen overslaan wat de vraag opgelost zou hebben, zoals wij getoond hebben dat de anderen dat hebben gedaan. Het is van belang zich wat vermoeienissen op te leggen voor de waarheid; zijn oor te wennen aan een vreemde taal, veeleer dan daar een oordeel over te vellen wat nergens anders op rust dan op de inbeelding.
Vertaald uit het Frans, uit: Œuvres complètes de saint Jérôme, tome premier, Paris 1877.
